Geschiedenis was vroeger niet altijd het leukste vak, soms zelfs saai. Maar een wijze les van vroeger geldt nog steeds, wie de grond heeft, heeft de macht. De ruimte in Nederland voor bebouwing en voedselteelt wordt ten slotte steeds schaarser.
Wie bezit Nederland?
Tot voor kort golden eigenaren van grote landgoederen als heersende klasse. Of dit tegenwoordig nog steeds zo is kan worden beantwoord door de vraag: wie zijn de grootgrondbezitters van Nederland nu? Ontlenen de eigenaren daar ook macht aan? Allemaal vragen die door het eerder genoemde ruimtegebrek steeds actueler worden. Sterker het komende decennia zal het gevecht om de steeds schaarser wordende ruimte losbarsten. Zo moeten er maar liefst één miljoen extra woningen worden bijgebouwd. Er is ruimte nodig voor energieopwekking via bijvoorbeeld windmolens en zonneparken. Daarnaast moet er gezocht worden naar plekken om water te bergen en nieuwe bossen te planten als voorzorg tegen de klimaatopwarming. Los van dit alles moet er natuurlijk ook nog gewoon gerecreëerd worden en is er ruimte nodig voor voedselteelt. Al met al gaat dit in een klein land als Nederland leiden tot moeilijke keuzes en dus conflicten.
Daarom is de vraag wie Nederland bezit relevanter dan ooit.
Eerst de overheid
Het kadaster is een bron van informatie die antwoord kan geven op de vraag wie Nederland nu daadwerkelijk bezit. Op verzoek van de Volkskrant ( de bron voor dit artikel) heeft het kadaster een lijst opgesteld van de driehonderd grootste grootgrondbezitters. Samen bezitten zij 1,5 miljoen hectare, eenderde van het land. De rest is versnipperd over miljoenen kleinere eigenaren: boeren, tuinders en huizenbezitters. Absolute nummer één in de lijst is de overheid. Onder de overheid vallen in dit geval het Rijk en andere (semi-)overheidsinstanties zoals provincies, gemeenten en waterschappen, zij bezitten samen tweederde van het totale eigendom van alle driehonderd grootgrondbezitters. Vreemde eend in de top 10 van grootgrondbezitters is verzekeraar ASR, het enige bedrijf ook in deze top 10.
Niet alle grond is macht
Staatsbosbeheer is met afstand de grootste landeigenaar van Nederland. Waar je ook komt, overal kom je wel grond tegen van Staatsbosbeheer. Maar op het moment dat een snelweg aangelegd gaat worden door een natuurgebied, dan heeft Staatsbosbeheer niets te vertellen. Die weg zal er dan komen, hooguit mag Staatsbosbeheer dan meepraten over de aankleding en inpassing van de weg of elders compensatie eisen. Grondbezit en macht gaan dus niet altijd hand in hand. De vraag die meer en meer naar boven komt is vooral waar is het grondbezit. Een goed voorbeeld is de Purmer in Noord Holland, een oude droogmakerij waar projectontwikkelaars in de jaren tachtig van de vorige eeuw grond opkochten met de gedachte: ooit gaat daar gebouwd worden. Nu het bijna zover is, is de grond in waarde verveelvoudigd. Met andere woorden, je hoeft niet veel grond te bezitten om macht te hebben. Waar het vooral om gaat is, waar ligt de grond. Locatie, locatie, locatie daar draait alles om.
Vrije ruimte gevecht
Waardevol is vooral grond die nog ‘vrij’ is, dat wil zeggen van bestemming kan veranderen. Meer dan de helft van Nederland ligt al vast, wat overblijft is een ‘vrije’ ruimte van 1,5 miljoen hectare. Waarbij wij vrij tussen aanhalingstekens plaatsen, want dit is vooral agrarisch land (92 procent). Over de vrije ruimte gaat de komende jaren zeker gevochten worden.
Overzicht van benodigde hectares in de nabije toekomst
- Woningbouw – tot 2050 naar schatting 13 tot 30 duizend extra hectare nodig
- Natuurnetwerk Nederland – 39 duizend hectare nodig + 150 duizend hectare om biodiversiteit te handhaven
- Klimaatakkoord – 37 duizend hectare extra bos en voor opwekking van duurzame energie is nog eens 141 tot 600 duizend hectare nodig
Tel alle claims bij elkaar op en de conclusie mag duidelijk zijn, Nederland is te klein. Er worden dan ook steeds meer conflicten verwacht om grond. Daar waar de conflicten vragen om centrale regie wil de ironie dat juist de organisatie die daartoe het beste geëigend is, het Rijk, de laatste jaren juist is teruggetreden van die verantwoordelijkheid.
Decentralisatie
Planologen hadden vroeger behoorlijk veel macht. Zo werden groeikernen en groeisteden aangewezen als Almere en Zoetermeer. Vinexwijken als Leidsche Rijn en Ypenburg zagen tien jaar later als gevolg van de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening het licht. Dit alles waren grote triomfen van de planologie. Eind jaren negentig maakten decentralisatie en privatisering echter een eind aan de gevierde planologen. Het ministerie van VROM werd zelfs opgeheven. Grondportefeuilles werden verdeeld over de provincies die ook verantwoordelijk werden voor het aankoopbeleid voor nieuwe natuur. Gevolg werd een onoverzichtelijke lappendeken. Gemeenten, provincies en het Rijk, die allemaal eigen belangen hebben, niet samenwerken en dus geen voorwaartse stappen kunnen zetten.
De roep om centrale regie klinkt dan ook steeds vaker. De Rijksoverheid moet de regie meer naar zich toe trekken. Kijken we naar alle grote opgaven die hierboven genoemd zijn dan moet er veel gebeuren op gebieden als landbouw, klimaat, energie en waterhuishouding en dat moet centraal gebeuren. Daar moeten eigenlijk meerdere ministeries bij betrokken zijn. Daarbij is de grootste rol weggelegd voor het Ministerie van Landbouw, aangezien bijna tweederde van Nederland Landbouwgrond is en daar nog de enige vrije ruimte ligt.
Het echte gevecht
Kortom, het echte gevecht om de grond moet nog beginnen en pas aan het einde van dit gevecht zal gaan blijken wie echt de baas is over de grond in Nederland.
Bron: Volkskrant artikel Mac van Dinther
Meer informatie?
Bel 023 – 808 0008
Onze projectmanagers zitten voor u klaar om al uw vragen te beantwoorden. U kunt ons ook een bericht sturen.